Werknemer met dure lease-auto neemt ontslag. Moet hij de rekening betalen?
Een werknemer met een duurdere lease-auto dan het normbedrag, neemt ontslag. De werkgever zet de auto door naar een andere werknemer en stuurt de ex-werknemer een rekening van ruim 10.000 euro. Moet de werknemer die rekening betalen?
Wat eraan voorafging
Een werknemer neemt per 1 juni 2016 ontslag. Hij heeft een lease-auto waarvan het lease-tarief hoger is dan het normbedrag. In zijn gebruikersovereenkomst staat dat er in zo’n geval een aantal mogelijkheden zijn: hij neemt de lease-auto mee naar zijn volgende werkgever of hij betaalt de kosten van de afkoop van het lease-contract. Als de werkgever de auto kan doorgeven aan een werknemer in een vergelijkbare functie, dan kan de werkgever deze regeling laten vervallen.
De werkgever zegt toe om zijn best te doen voor de lease-auto kwestie. Hij neemt de auto in en stelt die beschikbaar aan een andere werknemer. De gebruikersovereenkomst van deze werknemer heeft vrijwel dezelfde voorwaarden en ook voor hem ligt het lease-bedrag boven de norm. Maar de werkgever staat sinds kort nog maar een overschrijding van maximaal 15% van het normbedrag toe. Dit betaalt de werknemer in kwestie zelf. En zo, laat de werkgever op 24 mei aan de ex-werknemer weten, resteert er nog een negatief bedrag van 332,20 euro per maand dat de ex-werknemer moet betalen. Tot het einde van de looptijd van het lease-contract (nog 44 maanden) is dat in totaal ruim 10.000 euro. De werkgever houdt dit bedrag meteen in op het salaris van mei en de eindafrekening. De werknemer stapt naar de rechter. In een kort geding wordt de werknemer in het gelijk gesteld en de werkgever onder meer veroordeeld tot het betalen van achterstallige loon. De werkgever spant een bodemprocedure aan.
Hoe het afloopt
De vraag is of de werkgever aanspraak kan maken op de vergoeding van het verschil tussen het leasebedrag van de ex-werknemer en dat van de andere werknemer. De rechter neemt het goed werkgeverschap als uitgangspunt, en gaat verder met de vaststelling dat de werkgever er voor gekozen heeft om een lease-regeling aan te bieden. De werknemer is geen partij bij het lease-contract met de leasemaatschappij en kan dus niet onderhandelen terwijl hij wel het risico loopt. Dat vergt van de werkgever een uiterst zorgvuldige behartiging van de belangen van de werknemer. De werknemer was natuurlijk wel op de hoogte van zijn risico, oordeelt de rechter, maar er was ook afgesproken dat de werkgever zich voor de zaak zou inspannen. De werkgever heeft vervolgens een gebruikersovereenkomst gesloten met de andere werknemer en een afwijkende regeling getroffen over de betaling van de eigen bijdrage boven het normbedrag. De ex-werknemer was overigens niet op de hoogte van de nieuwe regeling van de maximering tot 15%.
De rechter stelt vast dat de gebruikersovereenkomst niet in de gekozen constructie voorziet, en dat de ex-werknemer er ook niet mee heeft ingestemd. De werkgever heeft de ex-werknemer voor een voldongen feit gesteld. De ex-werknemer, zo stelt de rechter, mocht er van uit gaan dat als de auto aan een andere werknemer ter beschikking zou worden gesteld, hij niets meer zou hoeven te betalen. De keuze van de werkgever voor deze constructie, zo besluit de rechter, moet dan ook voor rekening en risico van de werkgever blijven.
In de praktijk
Goed werkgeverschap is belangrijk bij het afwikkelen van een lease-autoregeling. Onder meer omdat de werknemer, die wel een risico loopt, geen partij is bij de overeenkomst met de leasemaatschappij. De gevolgen van een onzorgvuldige afhandeling worden in deze uitspraak goed zichtbaar: de werkgever blijft zitten met een rekening van ruim 10.000 euro.
Meer lezen over deze uitspraak? In XpertHR de HR Antwoordbank vind je meer informatie over deze zaak >>>