Werknemer vindt 15.100 euro. Van wie is het geld?
Een medewerker die 15.000 euro vindt in een oude printer, moet het geld toch inleveren bij de werkgever, terwijl de kantonrechter eerder anders oordeelde.
Wat eraan voorafging
Een medewerker van een milieustraat krijgt de opdracht van zijn werkgever om in een afgesloten ruimte diverse soorten apparatuur uit elkaar te halen.
In een oude printer vindt hij dan vier enveloppen met een totaalbedrag van 15.100 euro. Hij doet een officiële aangifte van zijn vondst en meldt de vondst ook bij zijn voorman. De werkgever eist dat hij het geld afgeeft maar de werknemer weigert dat. Hij is de vinder en meent dat hij het geld ‘onder zich mag houden’. De werkgever vordert daarop bij de kantonrechter afgifte van het geld omdat hij als eigenaar van de printer ook eigenaar is geworden van het gevonden geld. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever geen eigenaar is van het geld omdat de eigenaar van de printer de bedoeling had om de printer te geven aan de milieustraat maar niet het geld. De werknemer is de vinder en mag het geld voor de eigenaar ‘onder zich houden’.
Hoe het afloopt
In hoger beroep oordeelt het hof dat toch niet de werknemer maar de werkgever de vinder is. Het is namelijk toeval dat deze werknemer het geld heeft gevonden; dat had net zo goed een collega kunnen zijn. De werkgever heeft de opdracht gegeven voor deze werkzaamheden en is daarom de vinder. Hij mag het als vinder onder zich houden. De werknemer moet het geld afgeven aan zijn werkgever. Over de eigendom van het geld spreekt het hof zich niet uit.
In de praktijk
In diverse bedrijfstakken is het goed denkbaar dat er geld of waardevolle spullen worden gevonden door werknemers. Het is verstandig om dan huisregels op te stellen over wat er met gevonden voorwerpen moet gebeuren. Dat voorkomt discussie en, zoals in dit geval, kostbare en tijdrovende rechtszaken.
Uitspraak: ECLI:NL:GHDHA:2017:33, 17 januari 2017