(foto: Unsplash)
Een werkgever is niet blij met de ziekmelding van een werknemer en zet het loon stop. Vervolgens krijgt het bedrijf financiële moeilijkheden en kan het het loon niet meer betalen. De werknemer eist in een kort geding zijn loon op. Wat oordeelt de kantonrechter?
Wat eraan voorafging
Een schoonmaakmedewerker heeft een jaarcontract van 8 januari 2018 tot 7 januari 2019. Op 8 september meldt hij zich ziek. De werkgever is daar niet blij mee – waarom dat zo is, wordt niet duidelijk uit de uitspraak – en zet vanaf 1 september het salaris stop. Na een aantal pogingen van de werknemer om zijn loon alsnog te krijgen, betaalt de werkgever nog wel een klein gedeelte uit. In december 2018 stapt de werknemer naar de rechter om zijn loon op te eisen.
Bij de rechter
De werknemer vordert zijn niet-betaalde salaris dat opgelopen is tot zo’n 7.000 euro. Hij vordert daarbij ook de wettelijke verhoging en de wettelijke rente. De werkgever erkent dat de werknemer recht heeft op het salaris. In eerste instantie wilde hij het loon niet meer betalen omdat hij boos was over de ziekmelding. En nu het bedrijf in financiële moeilijkheden verkeert, lukt het niet meer om te betalen, aldus de werkgever.
Het is vervelend is voor de werkgever dat er financiële moeilijkheden zijn, oordeelt de rechter, maar dat is geen reden om het salaris van de medewerkers niet te betalen. De werkgever moet het achterstallige loon met wettelijke verhoging en wettelijke rente gewoon betalen. De wettelijke verhoging matigt de rechter wel naar 20% vanwege de slechte financiële positie van het bedrijf.
In de praktijk
Er kunnen allerlei redenen zijn waarom een werkgever niet blij is met een ziekmelding. Maar het meteen stoppen van de salarisbetaling is geen handige reactie. De werkgever was hier zo’n 2.500 euro kwijt aan extra kosten voor de wettelijke verhoging, de incassokosten en kosten van deze rechtelijke procedure. Die kosten waren nog hoger uitgevallen als de rechter de wettelijke verhoging van 50% niet had gematigd naar 20%.