
Een verkoper met een geheimhoudingsbeding, een relatiebeding en een concurrentiebeding wil voor de concurrent gaan werken. De werkgever wil de werknemer tegenhouden met een beroep op het concurrentiebeding. Wie trekt aan het langste eind?
Wat eraan voorafging
Een verkoper buitendienst heeft een arbeidsovereenkomst met een geheimhoudingsbeding en een relatie- en non-concurrentiebeding. Ze wil per 1 september 2018 aan de slag bij een nieuwe werkgever, een directe concurrent van de werkgever. De werkgever wil haar niet laten gaan en doet een beroep op het concurrentiebeding. Daarin staat dat de werkneemster een jaar lang geen concurrerende werkzaamheden mag doen binnen een straal van 100 kilometer van de huidige werkgever.
Het relatiebeding verbiedt haar een half jaar lang contacten te onderhouden met relaties van de ex-werkgever. De werkneemster geeft aan dat ze zich zal houden aan het relatiebeding maar niet aan het concurrentiebeding. De werkgever probeert nakoming van het beding af te dwingen en vraagt de kantontrechter om in een voorlopig oordeel te werkneemster te veroordelen tot nakoming.
Bij de rechter
De rechter concludeert in een kort geding dat het concurrentiebeding rechtsgeldig is overeengekomen en dat het ook niet zwaarder is gaan drukken in de loop der jaren. De werkneemster doet een beroep op de mogelijkheid om een concurrentiebeding te vernietigen als de werknemer door het beding te veel wordt benadeeld. Haar belang bij vernietiging van het concurrentiebeding is groot: ze gaat er bij de nieuwe werkgever 1750 euro bruto per maand op vooruit, ze heeft daar meer doorgroei mogelijkheden en ze kan er internationaal werken. Ze heeft ook een goede klik met de nieuwe leidinggevende en vindt dat de bedrijfscultuur beter bij haar past.
De werkgever kan zijn belang bij de handhaving van het beding niet goed onderbouwen. Hij wil zijn relaties beschermen, maar de werkneemster heeft al verklaard het relatiebeding te zullen respecteren. De werkneemster heeft ook niet heel specifieke bedrijfskennis die alleen door een concurrentiebeding kan worden beschermd: voor elke klant maakt het bedrijf maatwerkoffertes en de offertes en maandelijkse tarievenlijsten ‘gaan rond’ onder relaties. De informatie die de werkneemster heeft en de relaties worden uitstekend beschermd door het geheimhoudingsbeding in combinatie met het relatiebeding en de fatsoensnormen, oordeelt de rechter. De rechter schorst het concurrentiebeding met onmiddellijke ingang voor dat gedeelte dat gaat over indiensttreding bij de concurrent.
In de praktijk
Het concurrentiebeding is bedoeld om het bedrijfsbedebiet van de ex-werkgever te beschermen en om benadeling te voorkomen. Maar omdat dit beding de werknemer beperkt in zijn vrije arbeidskeuze, is die beperking alleen gerechtvaardigd als er een groot belang van de werkgever tegenover staat. En dat was hier niet het geval. De rechter oordeelde dat een werknemer prima in dienst kan zijn bij een concurrent zonder dat hij de relaties van de ex-werkgever bedient en zonder dat hij de ex-werkgever meer dan de gewone concurrentie aandoet. Soms wordt het belang van de werkgever ook beter beschermd door een relatiebeding dan een door concurrentiebeding. In dit geval had de werkgever een langdurige bescherming gehad als hij het relatiebeding in tijd had uitgebreid.
Bron: XpertHR Actueel