
Een ambtenaar wil om medische redenen een dag per week thuis werken. De werkgever vindt dit niet goed. De werkneemster dient bezwaar in tegen het besluit en stapt uiteindelijk naar de rechter. Mag de werkgever het thuiswerkverzoek afwijzen?
Wat eraan voorafging
Een klantmanager bij de gemeente Amsterdam dient een verzoek in om een dag per week thuis te werken. Ze vraagt dit omdat ze last heeft van ernstige slaapproblemen, migraine en oververmoeidheidsverschijnselen. De werkgever wijst haar verzoek af met op twee gronden: structureel thuiswerken past niet bij het werk en is niet toegestaan vanwege de bezetting van de afdeling. De gemeente heeft ook een richtlijn voor plaats- en tijdonafhankelijk werken. Daarin staat dat er geen zwaarwegend bedrijfsbelang nodig is om een thuiswerkverzoek af te wijzen. De werkneemster mag ondertussen wel op tijdelijke basis een dag per werk thuis te werken.
Bij de rechter
De werkneemster probeert via de rechter alsnog toestemming te krijgen voor een vaste thuiswerkdag. Ze meent dat er sprake is van willekeur omdat andere collega’s wel thuis mogen werken. Daarmee handelt de werkgever ook in strijd met het gelijkheidsbeginsel. De werkneemster vindt dat ze haar werk ook prima thuis kan doen. En door de thuiswerkdag voorkomt ze ziekteverzuim.
Maar ook de rechter wijst haar verzoek af. Er is geen absoluut recht op het structureel mogen thuiswerken in de wet of in de arbeidsvoorwaarden te vinden. De werkgever moet een verzoek wel altijd in overweging nemen. Een eventuele afwijzing moet hij schriftelijk motiveren. Uit de overlegde informatie blijkt ook geen medisch reden voor thuiswerken. En als die er wel zou zijn, zo oordeelt de rechter, dan is een traject via de bedrijfsarts de aangewezen route.
Voor het schenden van het gelijkheidsbeginsel of voor willekeur ziet de rechter zie ook geen onderbouwing. De voorbeelden die de werkneemster aanvoert, zijn niet te vergelijken met haar situatie, haar werkplek of haar werkzaamheden. De werkgever heeft volgens de rechter de belangen van beide partijen voldoende afgewogen. Dat blijkt onder meer uit de motivering in het oorspronkelijke besluit. De werkgever mocht het verzoek afwijzen, aldus de rechter.
In de praktijk
Thuiswerken is geen absoluut recht. Werknemers mogen op grond van de Wet flexibel werken wel verzoeken om een aanpassing van hun arbeidsduur, arbeidsplaats of arbeidstijd. Voorwaarde is dat ze langer dan 26 weken in dienst zijn. De werkgever moet dan met de werknemer overleggen over het verzoek en en het verzoek overwegen. Een eventuele afwijzing van het verzoek moet altijd schriftelijk gemotiveerd worden.
Bron: XpertHR Actueel