
Als een werknemer een referentie opgeeft, mag de referent informatie verstrekken over de sollicitant. Maar wat mag u vertellen bij een negatieve referentie?
Een invaldocent Duits werkt nu een half jaar op een school. Via een ouder verneemt de directie dat de docent op een eerdere school op staande voet is ontslagen. Directie van die eerdere school geeft aan dat het ontslag te maken had met zijn gedrag richting vrouwelijke docenten en leerlingen. De docent solliciteert vervolgens bij een nieuwe school en geeft de school waar hij nu weggaat op als referent.
De huidige school geeft de nieuwe school deels belastende informatie, oftewel een negatieve referentie, over de docent, waardoor de docent niet wordt aangenomen. De docent stelt de huidige school aansprakelijk wegens onrechtmatig handelen.
Uitspraak van de rechter
Wanneer een sollicitant in een sollicitatieprocedure zijn ex-werkgever aanwijst als referent, geeft hij daarmee toestemming in het afgeven van gegevens over zijn persoon en over zijn functioneren (vergelijk art. 6 lid 1 sub 1 van de op 25 mei 2018 in werking getreden Algemene Verordening Gegevensbescherming en art. 8 van de tot die datum geldende Wet bescherming persoonsgegevens.). De rechter: ‘Deze informatie kan, zoals ook door de werknemer tijdens de zitting is erkend, zowel positief als negatief voor de persoon in kwestie uitpakken. Wanneer een sollicitant bepaalde negatieve informatie van de referentie over zijn persoon of functioneren wilt uitsluiten, dient hij dat expliciet bij de referent aan te geven.’
De referent kan dan op zijn beurt een afweging maken of hij nog wel een referentie wil afgeven. ‘Hij zal een correct beeld van de betrokken persoon aan de ‘potentiële’ werkgever moeten verstrekken. Het onthouden van noodzakelijke informatie kan immers onzorgvuldig handelen (en daarmee aansprakelijkheid voor de schade) jegens deze derde (‘nieuwe werkgever’) opleveren.’
Bij het verstrekken van een referentie geldt daarom als uitgangspunt dat zoveel mogelijk relevante informatie, ofwel informatie die van belang is voor het functioneren van de sollicitant, aan de ‘potentiële werkgever’ mag – en zelfs moet – worden verstrekt. Dat geldt ook van zogenoemde negatieve informatie die ertoe kan leiden dat de ‘potentiële werkgever’ besluit om af te zien van het in dienst nemen van deze sollicitant. Zo heeft de school naar behoren gehandeld volgens de rechter.