Het is een herkenbaar probleem, zien arbeids- en organisatiepsycholoog Tosca Gort van GORTcoaching en psycholoog Arno Zijderveld van Bureau Beter Werken. Vooral millennials worstelen met een goede werk-privébalans. Maar niet gevreesd, er zijn manieren om die balans wél goed te krijgen. Een aantal tips:

1. Twee telefoons

Krijg je vaak buiten werktijd mails en appjes van collega’s? Zorg dan dat je twee telefoons hebt, adviseert Gort. ‘Een voor werk en een voor privé, zodat je je werktelefoon kunt wegleggen.’ Denk je dat dat je baas dat niet leuk vindt? ‘Dat is vaak meer angst dan werkelijkheid’, zegt Gort. ‘Maar als je je daar zorgen om maakt, maak het bespreekbaar. Het alternatief is een burn-out, dat wil je baas ook niet.’

2. Neem pauzes

‘Het klinkt tegenstrijdig, maar hoe meer stress je hebt, hoe meer pauzes je zou moeten nemen’, zegt Gort. ‘Tijdens een pauze kun je al dingen verwerken, zodat je dat ’s avonds of in het weekend niet hoeft te doen. En van pauzes word je ook nog eens productiever tijdens de uren die je achter je bureau zit.’

3. Begin niet aan het eind van de dag met iets nieuws

Deel je werkdag zo in dat je aan het eind iets doet wat je nog kunt afmaken, adviseert Zijderveld. ‘Ook als je met een groot project bezig bent, kan dat door het project op te delen in kleinere brokken.’

4. Schrijf of praat

‘De meeste mensen kunnen maar zeven gedachten actief in hun hoofd houden’, legt Gort uit. ‘Door het op te schrijven kun je het parkeren. Je vergeet het zo niet, maar hoeft er ook niet de hele avond aan te denken. Dat geeft heel veel rust. Lijstjes maken is al voldoende. Het is een methode die al sinds jaar en dag in therapieën wordt gebruikt.’ Schrijf je liever langere teksten? Dat mag ook, daarvoor hoef je geen goede schrijver te zijn. ‘Je mag het papier gelijk weggooien’, aldus Gort.

Wil je echt niet schrijven? Dan kan praten ook helpen, zegt Zijderveld. ‘Neem aan het eind van een werkdag de dag even door met een collega of met je partner. Zeker als het een zware dag is geweest kan dat helpen om je gedachten te ordenen.’

5. Zoek afleiding

Het kan heel goed werken om ergens over te praten of het op te schrijven, maar daarna moet je ook wat anders doen, zegt Zijderveld. ‘Zoek daarom afleiding. Je kunt jezelf niet dwingen om ergens niet aan te denken. Het beste werkt dan om iets totaal anders te doen dan wat je overdag hebt gedaan. ‘

6. Beweeg

Een manier om dat te doen, is door te sporten. ‘Als je de hele dag hebt gezeten, dan is dat een goede manier om je gedachten te verzetten. Daarbij komt er endorfine vrij, waardoor je je sowieso beter voelt.’ Is sporten niets voor jou, zorg dan wel dat je beweegt. Dat zouden we minstens een half uur per dag moeten doen. ‘Dat klinkt weinig,’ zegt Gort, ‘maar wie met de auto naar het werk gaat, redt dat half uur vaak niet. Denk er dus over na hoe jij daar wel aan komt.’

7. Bedenk wat voor jou helpt

Wat werkt, verschilt per persoon, zeggen beide deskundigen. Zijderveld: ‘Probeer erachter te komen wat voor jou helpt. Heb je meer energievreters dan energiegevers in je werk? Dan zijn bovenstaande adviezen niet de oplossing. Zoek dan uit wat de oorzaak is en probeer die te verhelpen.’